Ambitiepensioen of individuele potjes? Lood om oud ijzer!

Twee varianten presenteert de pensioenfederatie, te betrekken bij besluitvorming over een nieuw pensioenstelsel. In de brief aan de SER worden uitgangspunten genoemd: “Het voorkomen van pech- of gelukgeneraties door samen risico’s te delen”, “verplichtstelling nodig”, “sociale partners/beroepsgenoten aan het stuur over de inhoud van het contract”, en ook iets over transparantie. Ronduit griezelig, wat mij betreft, en ik moet er het nodige over kwijt vandaag.

Zoals ik eerder heb uiteengezet zijn er een paar fundamentele problemen die onze pensioensystemen verzwakt hebben en nog steeds problematisch zijn:

  1. De rente is al 25 gezakt, tot vrijwel 0% nu;
  2. Leeftijdsverwachting blijft maar stijgen;
  3. Bezetting leeftijdsklassen verschuift.

Met dat laatste bedoel ik bijvoorbeeld dat we eerst veel jonge babyboomers hadden en weinig ouderen, terwijl er nu veel oude babyboomers zijn en weinig jongeren. Ook als er verder helemaal niets veranderd was zou alleen hierdoor al de premie zijn gestegen omdat de gemiddelde deelnemer dichter bij zn pensioen zit en er dus minder jaren zijn om rendement te maken op premie-inleg. Dit vloeit voort uit de doorsnee premie systematiek die vrijwel zeker zal verdwijnen. Toch zal een onvoldoende dekkingsgraad zich kunnen voordoen bij het ambitiepensioen, waar de pensioenen mee-ademen met de dekkingsgraad: het kan tegen zitten met beleggingen, maar het is waarschijnlijk dat er tzt rekening moet worden gehouden met nog weer langer leven. Die zal (ook) moeten worden verbeterd door premie-inleg, los van maatregelen als bijvoorbeeld niet indexeren. Maar de pijn van (nog) langer leven die vast wel weer gaat opspelen moet zeker niet worden gefinancierd uit de premie of door kortingen op pensioenen van jonge deelnemers. Het is dan ook mijn conclusie dat premiebetalers per sé niet moeten bloeden als pensioenen van voor hun tijd moeten worden aangepast wegens stijgende levensverwachting of tegenvallende rendementen. Dat zie ik inmiddels als perverse solidariteit.

Dat geldt ook voor een collectieve buffer, zoals voorgesteld bij het individuele potjes. Die zou 20% moeten zijn. Het bestuur van het fonds kan dan besluiten sommige tegenvallers te compenseren. Dit lijkt me te schimmig, wanneer wel/niet, en wat als de toekomst vervolgens ook afwijkt van de verwachting? En dan heb ik het nog niet eens over het gegeven dat veel bestuurderen loyaal zijn met de werkgever danwel de vakbond. Of dit leidt tot een evenwichtige belangenafweging bij de besluitvorming betwijfel ik steeds meer.

Eigenlijk moet het hele verschijnsel bestuur van een pensioenfonds eens kritisch worden bekeken. Vaak worden deze gremia samengesteld door werkgevers en -nemers(vertegenwoordigers). Maar ook de belangen van accountants die de eindejaarsaanspraken moeten vaststellen, de actuarissen die regelmatig sommetjes maken over het daarmee gemoeide vermogen en daarvan afgeleide zaken als de premiestelling en bovendien adviseren ivm wet- en regelgeving, vermogensbeheerders, etc. In de SER komen allerlei belangen, vooral die van werkgevers en -nemers, wat mij betreft. Naar mijn smaak zijn vakbonden vooral bezig met overleven, relevant blijven en werkgevers kunnen van goede wil zijn, maar ook niet. Het idee van een toekomst waarin dit echt anders geregeld is, er geen bestuur meer is in de huidige vorm, zal echt niet welwillend bekeken worden als dat eigen belangen schaadt. De SER is dan ook geen geschikte club om hierover te adviseren. Sterker nog, kijkend naar de problemen die de afgelopen decennia gerezen zijn denk ik dat geconcludeerd moet worden dat de sociale partners en dus ook de SER worden uitgesloten van het ontwerp van een nieuwe pensioensysteem.

Ik denk dat het plaatje heel helder wordt als je alles op een rijtje zet:

  • Tot pakweg 20% van de premie kan opgaan aan kosten.
  • Bestuurderen kunnen niet echt goed verschllende belangen afwegen, al was het maar omdat ze zelf vooral afkomstig zijn uit kringen van werkgevers en -nemers.
  • Door voortschijdende automatisering – denk nu aan de mogelijkheden tot thuisbankieren –  zijn veel redenen uit het verleden om het middels een fonds te organiseren niet meer van toepassing.
  • De samenleving is nogal veranderd en veel solidariteit is nu onbillijk of onnodig.

De conclusie is eigenlijk zimpel: collectiviteiten opheffen, alles individualiseren, iedereeen zn eigen spaarpotje. dat kan mee of tegen zitten, maar dat geld ook al voor iemands loopbaan. (Als het daar tegen zit mag je je huis verkopen! OF je wordt gedwongen tot werk ver onder je nivo. Maar bij pensioenen moeten we nog wel solidair zijn?) Dan zijn de overhead kosten van het fonds weg, mensen kunnen zelf besluiten bepaalde beleggingen uit te sluiten of juist te prefereren en zullen zien dat het prognosepensioen (dat is het pensioen dat volgens de huidige bevolkingsstatistieken naar verwachting kan worden aangekocht als het zover is) zakt als er rekening moet worden gehouden met langer leven. Het wordt bovendien een stuk makkelijker voor mensen om particuliere vermogensopbouw die nu buiten het fonds omgaat – een koophuis bij voorbeeld – bij het plaatje te betrekken. Ook aan startkapitaal voor een bedrijf kan worden gedacht, enzovoort, net wat de politiek mogelijk wil maken. Natuurlijk moet het wel op een rekening met restricties gebeuren, fiscale fascilitering laat geen keus. En natuurlijk kunnen ook andere restricties worden bedacht, zoals niet meedoen met grondspeculatie, niet ‘beleggen’ in staatsloten, niet investeren in een schimmig buitenlands avontuur, etc. Zoiets lijkt mij het onvermijdelijke eindstation van de thans lopende pensioendiscussie.

Die zich bovendien goed laat opschalen naar de hele EU! Het vrije verkeer van goederen en personen krijgt dan og overtuigender karakter en de enorme pensioen expertise van Nederland kan dan veel beter worden benut. Maar dan moeten we ophouden nog zo kleinzielig en krampachtig vast te houden aan pensioenfondsen die een steeds benepener lucchie hebben.

Helaas gaat hierbij wel naargeestige overgangsproblematiek opspelen. De doorsneepremie behelst bijvoorbeeld jong naar oud solidariteit. (Vergeleken met de actuariele premie, die grofweg betaalt wordt door individuen bij een verzekeraar, betaalt een jongere te veel en een oudere te weinig.) Als dit wegvalt wordt het pensioenresultaat van een oudere minder, soms zelfs aanzienlijk. Dit moet naar mijn smaak gecompenseerd worden, maar het regelen daarvan lijkt me nogal pijnlijk en elke oplossing zal heftige weerstand oproepen. De laatste tijd zie ik alle belanghebbenden om de hete brij heendraaien. Dat gaat vermoedelijk voorlopig niet veranderen!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*