Pensioen en de geld- & marktillusie

Oma op een ijsschots richting noordpool – dat deden de eskimo’s, zo heb ik me laten vertellen. Als je goed naar het leven kijkt is het logisch dat het ophoudt voor niet-actieven als hun aanwezigheid de draagkracht van een samenleving te boven gaat. Gelukkig zijn we tegenwoordig zo rijk dat er voldoende plek is voor de niet-actieven onder ons. Hoe organiseren we een fatsoenlijke oude dag? Moeten we dan denken aan goederen en diensten, of ook aan geld? En waar komt geld dan vandaan, hoe wordt pensioen gefinancierd? Omslag, zoals bij de AOW? Kapitaaldekking is beter, vinden we in Nederland. Maar investeren we dat dan ergens op flitsende kapitaalmarkten ver weg, of in voorzieningen voor de gepensioneerde dichtbij? Bestaat het rendement slechts uit geld, of zijn de goederen en diensten die met behulp van dit kapitaal worden geproduceerd wellicht gericht op gepensioneerden? Moeten we het hier überhaupt over hebben, want marktprikkels garanderen optimale allocatie van productiemiddelen … toch?

Al decennia neemt de kapitaalmassa bij pensioenfondsen toe. Dit moet belegd worden voor de oude dag. Veel vraag werkt prijsopdrijvend: zowel bij aandelen als bij obligaties. Bij de laatste impliceert dat dan de rente zakt. Daar hebben pensioenfondsen tegenwoordig heel veel last van bij het beoordelen van hun vermogenspositie. Dat verbetert als (straks?) de rente stijgt, maar tegen die tijd moet er rekening gehouden worden met zakkende koersen – mogelijk bij aandelen, zeker bij obligaties! Straks – als het aantal gepensioneerden weer afneemt – moet er echter ook kapitaal worden afgestoten, effecten verkopen dus. Mogelijk moeten we straks veel verkopen terwijl de markten er beroerd bijliggen. De rest van het land kan dan bovendien daar schouderophalend aan voorbij gaan, want het is toch de verantwoording van de (deelnemers aan de) pensioenfondsen? Ik zie hier wel een pluspunt van een omslagstelsel: burgers, politici, hebben veel meer redenen te praten over de verdeling van de nationale koek over actieven en niet-actieven. Maar dit gaat helaas alleen nog maar over geld!

Consumptie impliceert dat er goederen en diensten worden gekocht van dat geld. Zijn er straks genoeg rollators, genoeg artsen opgeleid, genoeg handjes aan het bed, konden mensen lang genoeg thuis of in een aanleunwoning blijven wonen met hulp erbij, is er nog ruimte voor iets extra’s? Hier zijn veel antwoorden te bedenken, maar ik vind het vooral verbluffend dat we slechts blijven praten over geld, de hoogte van AOW, pensioen, de dekkingsgraad van fondsen, etc. Is het echt redelijk om te veronderstellen dat als straks de babyboom gepensioneerd is en richting graf gaat, dat dan effecten nog steeds makkelijk verkocht kunnen worden en dat ook de juiste prikkels van het grijze kapitaal uitgaan om op harmonische wijze het aanbod van goederen en diensten goed te laten aansluiten bij de grijze vraag? De economische dynamiek in een land waar de bevolking werkt en zich voorbereid op de oude dag kan behoorlijk veranderen als die oude dag aanbreekt.

De startleeftijd voor een AOW uitkering stijgt sinds een paar jaar. Nodig in verband met de vergrijzing, de AOW wordt anders onbetaalbaar – althans, dat is de consensus in Nederland. Echter, dit gebeurt bij een oplopende jeugdwerkeloosheid die gecamoufleerd wordt door jongeren die maar doorstuderen wegens de beroerde arbeidsmarkt. En straks gaan die jongeren met eindelijk een baan een flink stuk van de nationale koek delen met al die ouderen dan eindelijk met pensioen zijn? Is dit echt redelijk? In de tachtiger jaren werd de VUT bedacht: ouderen treden eerder uit om jongeren meer plek op de arbeidsmarkt te geven. En dan nu met ijzerenheinige rechtlijnigheid ouderen langer laten werken en de jeugdwerkloosheid laten oplopen? Het minste dat bedacht had mogen worden is om de verhoging van de AOW gerechtigde leeftijd tactisch af te stemmen op de ontwikkeling van de (jeugd)werkloosheid.

Als land verdienen we het dat er straks wel genoeg geld is maar dat ouderen toch behoeftig zijn – en dat jongeren daarbij een lange neus trekken naar de rest van de samenleving. Al was het maar wegens de volstrekte willekeur waarmee de overheid de ene dag een maatregel neemt – zoals langer doorwerken – en de volgende dag schouderophalend een oplopende jeugdwerkloosheid accepteert. In de economie gaat het niet alleen om geld, maar ook om goederen en diensten. Als u straks geen dorst wilt hebben moet u vandaag maar eens een appelboom in uw tuintje planten!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*